Amygdala *
Verdwaald op een plein achter de Dom
tref ik boven een deur, verweerd, Martinus aan.
Als ik blijf staan en door mijn lens zoek
naar het juiste licht, spreekt hij mij aan:
"Wie mij begroeten wil, kan hier terecht,
waar elke straat mijn naam behoort te dragen
en kerk en stad mij hebben vastgelegd.
Je hoeft het bij de VVV maar op te vragen.
Maar als je mij ontmóeten wilt, het liefst vandaag,
ga dan het Pandhof door, mijn beelden langs,
kies op het plein de goede weg:
rechts naar de kerk of links de kathedraal."
Ik wilde al langs kei en standbeeld gaan;
Verdwaald op een plein achter de Dom
tref ik boven een deur, verweerd, Martinus aan.
Als ik blijf staan en door mijn lens zoek
naar het juiste licht, spreekt hij mij aan:
"Wie mij begroeten wil, kan hier terecht,
waar elke straat mijn naam behoort te dragen
en kerk en stad mij hebben vastgelegd.
Je hoeft het bij de VVV maar op te vragen.
Maar als je mij ontmóeten wilt, het liefst vandaag,
ga dan het Pandhof door, mijn beelden langs,
kies op het plein de goede weg:
rechts naar de kerk of links de kathedraal."
Ik wilde al langs kei en standbeeld gaan;
een wind stak op – ik moest wel blijven staan.
Toelichting:
Met dit gedicht won ik in 2011 de eerste prijs in een wedstrijd 'Bezing Martinus', over Martinus, stadheilige van Utrecht.
Uit het
juryrapport....:
Amygdala de keuze tussen de kerk en
de kathedraal… wordt niet gemaakt. Een sterk Utrechts gedicht, klassieke vorm.
Niet zo toegankelijk. Als een rustig chanson, over deze stad- de stad van
Martinus- over romantiek, schitterende beelden in de taal. Die beelden spreken
erg aan, het is een meer wereldlijk lied dan een kerkelijke tekst. De fraai
gekozen titel onderstreept het organische van het vers. Er is effectief gebruik
gemaakt van de gekozen versvorm (sonnet). De verbinding tussen de stad en
St.-Martinus (het fysieke en het geestelijke) komt pregnant en volledig naar
voren. Het gedicht nodigt uit tot verdieping en bezinning, met name door de
laatste twee versregels, na de wending.