We
gaan statten
Je zou in een cirkel moeten lopen
‘om stad tou’ langs de kanalen en kades
en dan voorbij 'Moeders graf' langzaam
geleidelijk omhoog naar de markt
of nog hoger, de toren beklimmen,
kijken naar waar je ooit liep
toen er nog puinhopen waren
en je verstoppertje speelde.
Wie kon je vinden?
Je zou in een cirkel moeten lopen
‘om stad tou’ langs de kanalen en kades
en dan voorbij 'Moeders graf' langzaam
geleidelijk omhoog naar de markt
of nog hoger, de toren beklimmen,
kijken naar waar je ooit liep
toen er nog puinhopen waren
en je verstoppertje speelde.
Wie kon je vinden?
“Lief,
dat is de Folkingestraat.
En daar waar je de rook ruikt,
in die buurt heb ik gewoond;
nu staat er een flat in de weg.”
Mijn vinger prikt een ster in het venster
van mijn herinnering.
Geen jood die haar nog wil dragen.
Geen stadjer die haar mag vergeten.
“Kijk, daar bij de hoeren ging ik naar sjoel.”
En daar waar je de rook ruikt,
in die buurt heb ik gewoond;
nu staat er een flat in de weg.”
Mijn vinger prikt een ster in het venster
van mijn herinnering.
Geen jood die haar nog wil dragen.
Geen stadjer die haar mag vergeten.
“Kijk, daar bij de hoeren ging ik naar sjoel.”
Op
een balkon wappert de taal in de wind.
Ze
roept je te blijven, alsof je nooit weg was.
Moeders graf: aan het Hereplein staat het beeld ‘Visser met zoon en dochter’, van Abraham Hesselink, 1922; geïnspireerd op het schilderij ‘Langs moeders graf’ van Jozef Israëls, 1856.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten