Lieve kinderen.
'De bijbel bestaat
uit 103 boeken', schreef ik de vorige keer. Dat zal wel even schrikken geweest
zijn! Nou, ik kan je gerust stellen: het zijn er veel minder; maar 66. Het Oude
Testament 39 en het Nieuwe Testament 27. Ook nog veel, maar er moet doorheen te
komen zijn. Overigens, deze 'vergissing' is een heel mooi voorbeeld van hoe er
in met name oude boeken en geschriften nogal wat 'fouten' voorkomen. De
schrijvers ervan citeerden meestal uit hun hoofd. En in mijn geval deed ik dat
ook. Ik wilde aangeven uit hoeveel boeken de bijbel wel niet bestaat en noemde
daarvoor onbewust een overdreven, maar feitelijk onjuist, groot getal. Om
indruk te maken. Zo staan er in de bijbel ook talloos veel van zulke 'fouten'.
Maar goed. Je hebt
de bijbel, dat dikke, complexe boek. Waar te beginnen? De achtergronden, de
context, de manier van ontstaan zijn erg belangrijk voor het begrijpen ervan.
Laten we daarom maar beginnen met het eerste deel, het Oude Testament. 39 heel
verschillende boeken, zoals we al zagen. Hoe is dat ontstaan? Wat willen ze
zeggen? Waarover gaan ze en welke verhalen staan er in?
Het is duidelijk dat
ze niet uit de lucht zijn komen vallen. Iemand heeft ze ooit opgeschreven.
Sommige heel gelovige mensen denken, dat God het allemaal zelf heeft
opgeschreven of op zijn minst, dat Hij de schrijvers als het ware bij de hand
heeft genomen en ze alles heeft gedicteerd. ‘Goddelijke inspiratie’ noemen ze
dat. Voor hen staan er daarom geen onwaarheden in de bijbel. En als er iets
onduidelijk is, dan komt dat alleen omdat wij mensen niet goed lezen of
luisteren. God heeft immers altijd gelijk! Maar ja, zo ken ik er nog wel een
paar.
Ik denk dat het
anders zit. Ze zijn opgeschreven, het is mensenwerk. Je moet het zo zien:
Er leefden in het
Midden Oosten voor het begin van onze jaartelling heel veel kleine volkjes,
stammen, grootfamilies, bedoeïenen, nomaden, boerenfamilies, kleine
stadskoninkrijkjes, wat niet allemaal. Sommige eenheden waren heel klein in
omvang, andere wat groter, soms heel groot. En sommige groepen vormden zelfs
een zelfstandig staatje onder leiding van een generaal of koning. Soms zochten
enkele van die groepen elkaar op, om economische redenen of om militaire,
politieke. Er ontstaan soms ook grotere samenwerkingsverbanden. Machtsblokken
zoals bijvoorbeeld het Rijk van Egypte onder leiding van farao's, het Perzische
Rijk, het Grote Griekse rijk onder leiding van iemand als Alexander de Grote,
en het Romeinse Rijk dat werd bestuurd vanuit Rome, zijn daarvan voorbeelden.
Ongeveer duizend
jaar vóór Christus ontstaat er in het huidige Palestina tussen een twaalftal
wat kleinere groepen een groter samenwerkingsverband. De belangrijkste reden
daarvoor is vermoedelijk om één blok tegen de omringende landen te kunnen
vormen. Samen ben je sterker! Dat verband wordt na enige tijd een verbond. Deze
twaalf (en dat getal zal nog een belangrijke rol in de bijbel spelen) groepen
of volkseenheden kiezen één koning. Achtereenvolgens zijn dat de koningen Saul,
David en Salomo. Er komt na verloop van tijd een vorm van centraal gezag in de
stad Jeruzalem, een goed te verdedigen vesting op een berg. En tenslotte niet
het minst belangrijk: de koning bepaalt dat er één godsdienst de heersende moet
zijn, namelijk het geloof in één God, met als centraal heiligdom de tempel in
Jeruzalem. Eén volk, één rijk, één koning. Waar hebben we dat eerder gehoord?
Een van die eerste
(dictator-)koningen neemt het initiatief om een hofchroniqueur te benoemen. Die
krijgt als opdracht om de geschiedenis van zijn land te beschrijven. En dan
begint de geschreven geschiedenis van het volk Israël, dat de bedding voor het
verhaal van het Oude Testament is.
Maar daarover ga ik
het een volgende keer hebben.
Veel groeten
Meindert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten