dinsdag 24 december 2013

Brieven aan mijn 'ongelovige' kinderen, Brief 24

Lieve kinderen.

We gaan verder met kerst. Kerst bestond natuurlijk nog niet in die tijd. Er was wel een soort zonnewendefeest rond eind december, een heidens romeins feest. Rome. de Keizer. Macht en invloed.
Ergens rond het jaar nul in de gewone jaartelling heeft de keizer van Rome bevolen dat hij hij wil weten hoe groot zijn rijk is, hoeveel mensen er wel niet wonen. Een volkstelling, die vermoedelijk jaren heeft geduurd. Historisch zijn er trouwens weinig bewijzen van een dergelijk grote telling, wel dat de onderworpen volken diep onder de indruk van de macht van Rome waren. Het verhaal vertelt dat Jozef naar zijn geboortestad reist, dat is Bethlehem waar zijn oervoorvader David vandaan komt. Hij neemt zijn zwangere verloofde mee. Dáár in Bethlehem moet kennelijk Jezus worden geboren. Veel later heeft heeft men dat min of meer ook voor waar aangenomen, als de volgelingen van Jezus na zijn dood hem zien als de grote opvolger van de legendarische koning David. Ze trekken uit Noord Israël waar Nazareth ligt, naar Bethlehem, niet ver van Jeruzalem. Een hele tocht. Als je nu de vluchtelingenstromen ziet op de tv, kun je misschien iets van de omstandigheden in die tijd voorstellen. In Bethlehem is het tjokvol. Met moeite vinden ze nog een slaapplaats. En jawel, net in die nacht wordt het kind geboren. Merkwaardig overigens dat er over die volkstelling later niets meer wordt verteld. En of Jezus nou geregistreerd is of niet, we komen het niet te weten. Dat bewijs van zijn geboorte is er niet! Sterker, nergens in de annalen uit die tijd wordt over deze Jezus ook maar enige melding gemaakt. De jonge moeder Maria legt haar baby in een bak die voor het voer van beesten is bestemd.
Iets verderop in de vlakte zitten herders te kleumen bij hun kampvuur. Het kan ‘s nachts ontzettend koud zijn in die streken. Dan is er opeens een fel licht aan de hemel en verschijnen er engelen die zingen. Een visioen. Ze zingen: ‘Vrede op aarde en eer aan God in de hoge.’ Een van de engelen spreekt en zegt: ‘Je moet niet bang zijn. Er is een kind geboren niet ver van hier. Dat kind zal de wereld redden.’ Zo snel ze kunnen gaan de herder richting baby en vallen in aanbidding er voor neer. Maria glimlacht en zegt niets. Alles wat ze hoort, bewaart ze in haar hart.
De herders vertrekken en vertellen aan iedereen die ze tegenkomen, wat ze hebben beleefd.
Maar dat leidt er niet toe dat de mensen de volgende dag in drommen naar de baby gaan kijken.
Naar joods gebruik laten de ouders hun kind besnijden, acht dagen later. Dat gebeurt in de tempel. Er is daar een oude wijze man, Simeon, die zijn hele leven al heeft gewacht op de redder van de wereld. De profeten uit oude tijden hadden die al aangekondigd. Du moment dat hij Jezus in zijn armen houdt, ziet hij dat dit het kind is waarop hij altijd al had gewacht. En hij zingt een lied. Ook is er een oude profetes, Anna, die na de dood van haar man dag en nacht in de tempel woont, om dichtbij God te zijn. Ook zij is onder de indruk en prijst het kind.
Daarna gaan Jozef en Maria met hun kind terug naar Nazareth.
Maar eerst gebeurt er nog iets, dat alles door de war gooit.

Ergens in het Oosten, richting Irak/Mesopotamië valt het een aantal geleerden op, dat er iets bijzonders aan de sterrenhemel te zien is. Jupiter en Venus staan in een heel unieke verhouding tot elkaar. En zoals gebruik in vroeger tijden, de sterren, de kosmos (en dus de goden) geven aanwijzingen voor het leven op aarde. Immers, daarboven in de hemelen wonen de goden. De geleerden breken zich het hoofd en komen tot de conclusie dat er in het Westen een koningskind geboren moet zijn. Ze reizen af. Een en en ander doet ook wel denken aan de manier waarop in Tibet de nieuwe Dalai Lama wordt ontdekt.
Na dagen reizen komen de geleerden (wijzen) in Palestina aan. Ze vragen audiëntie aan bij de koning, Herodes. Jawel daar is 't ie weer. Een koningskind moet immers  aan het hof geboren worden! Herodes weet van niks. Hij zet zijn raadgevers erop en die ontdekken dat in het joodse geloof in de oude geschriften een nieuwe koning wordt verwacht en dat aangegeven wordt dat deze in Bethlehem wordt geboren. Herodes, slim, vertelt het de drie wijzen en vraagt hen op hun terugtocht bij hem verslag te doen, opdat hij ook de nieuwgeboren koning eer kan bewijzen. In Bethlehem aangekomen, vinden ze inderdaad het kind. Ze brengen het geschenken, goud, wierook en mirre. Zeer kostbaar. Daarna willen ze terug naar huis, maar eerst nog langs Herodes. 's Nachts echter krijgen ze in een droom te horen dat dat niet zo'n goed idee is. 'Mijd Herodes en ga rechtstreeks terug naar huis', luidt de boodschap. Zo gezegd, zo gedaan.
Herodes ontsteekt in woede als hij verneemt dat ze al terug zijn gegaan. Daarbij komt, dat hij iets anders van plan was. Een nieuw kind is immers een bedreiging voor zijn troon. Hij geeft daarom het bevel dat alle kindjes jonger dan twee jaar in Bethlehem en omgeving gedood moet worden. Een gruwelijke slachtpartij. (Historisch is daarover trouwens niets bekend, wel dathij een wreed koning was) Maar vandaag de dag verwondert ons niets meer. Gelukkig heeft ook Jozef een droom gehad: vlucht, vlucht naar Egypte. En dan zien we het bekende beeld van de man en vrouw met het kindje trekkend door de woestijn naar Egypte. Dezelfde route die hun voorvader Jozef ook onvrijwillig was gegaan eeuwen geleden.
Interessant al die parallellen en toevalligheden.

Dat was als intermezzo het kerstverhaal in een  notendop,.
Volgende keer gaan we weer eeuwen terug naar het moment dat de Israëlieten zich vestigen in het land Kanaän.

Meindert

Geen opmerkingen:

Een reactie posten