vrijdag 26 april 2013

Brieven aan mijn 'ongelovige' kinderen: Brief 3


Lieve kinderen.

De hofchroniqueur. Daarmee eindigde ik de vorige brief. Dat is een soort van officiële geschiedschrijver. Zijn naam is onbekend, zoals gebruikelijk in die tijd. Hij moet in opdracht van de Koning de geschiedenis van het land opschrijven. Het eerste dat hij beseft is: als ik iets schrijf dat de koning onwelgevallig is, dan kost mij dat mijn leven. Ik moet voorzichtig zijn met wat ik schrijf. Vervolgens gaat hij aan het werk. Hij trekt het land Palestina door en verzamelt verhalen. Soms treft hij in een tempel bij een of andere priester een cyclus verhalen aan. Een andere keer stuit hij ergens op lange, poëtische verhalen, die eeuwenlang van vader op zoon werden doorverteld. Of hij pikt ze op op een markt bijvoorbeeld. Ik zag eens een reportage uit Noord-Perzië, waar in een hoek van een markt een verteller zat te vertellen. Hij trok van plaats naar plaats en vertelde in het openbaar de grote verhalen uit de geschiedenis van zijn land. Al naar gelang de hoorders paste hij zijn verhalen aan. Dat is nu zo en dat zal eeuwen geleden ook zo zijn geweest. Het is zogenaamde ‘orale geschiedenis’, het collectieve vertel-geheugen van een volk. En zo komt onze chroniqueur tot een uitgebreide verzameling die hij tot één lang min of meer logisch verhaal componeert. Te beginnen bij het allereerste begin: hoe de mens op aarde is gekomen. En daarna hoe het hem is vergaan; hoe de God van zijn huidige vorst, die in de tempel van Jeruzalem vereerd wordt, zich al vanaf het begin met de aarde bemoeit. Heel belangrijk zijn voor hem de avonturen van de voorouders in Egypte. En hoe daaruit volgens de overlevering uiteindelijk een volk in Palestina (Israël met de bezette gebieden) is voortgekomen. Er is ook een rode draad in heel het verhaal en dat is: zijn God, de God die nu wordt vereerd en aanbeden in de tempel van Jeruzalem, die heeft zich altijd met dit volk en zijn voorouders bemoeit, en hij heeft ze in voorspoed en tegenspoed gesteund.  En wie dat niet geloofde, daarmee is het slecht afgelopen. Hij schrijft dus niet zomaar de geschiedenis van zijn land op, er zit een godsdienstig sausje overheen! Een ‘gelovige’ compositie.
Het zijn boeiende verhalen, die hij opschrijft. Ik kom er later nog op terug. Maar als je ze leest, dan valt op, dat er twee grote voorgeschiedenissen zijn ('tradities' noemen we dat). Er zijn kennelijk mensen die uit Mesopotamië, het huidige Irak, naar Palestina zijn gekomen. En er zijn mensen die uit de streek van de Nijl en de Sinaïwoestijn, kwamen. In een reeks volksverhuizingen belanden ze uiteindelijk in Palestina. Dat is niet zo vreemd. Want die streek ligt precies op een kruispunt van de karavaanroutes tussen Azië, Egypte, en Mesopotamië, Irak. Tegenwoordig is Palestina een nogal desolaat landschap, maar toentertijd werd het een 'land van melk en honing' genoemd. Veel vee dus en uitermate vruchtbaar. Goed om je te vestigen. Geen wonder dat het bekend stond als ‘het beloofde land’. En uit een mixture van culturen en godsdiensten ontstaat zo tussen 1000 tot 800 voor Christus het volk van de Joden, het land Israël, de joodse godsdienst met één god; een volk dat in veel verschilt van de omringende volken en staten. Maar het is er wel door beïnvloed.
Nou, dat is het verhaal van de hofchroniqueur. 
Dat is het goede nieuws. Het andere is, dat we het origineel niet echt kennen. Andere chroniqueurs, theologen, hebben het verhaal nog eens dunnetjes overgedaan. Allerlei wijzigingen, toevoegingen en soms hebben ze zelfs het hele verhaal maar met andere accenten, er naast gelegd of er kunstig doorheen geflanst. Hoe dat gegaan is, zullen we nog zien. Wat we nu dus hebben in een groot deel van dat Oude Testament is een bewerking van een bewerking van een bewerking...
Soms heel bewust, en soms onbedoeld ontstaan. Het is als je het vanaf het begin zou lezen, is het een soort van geschiedenis vanaf het begin van de wereld; hoe het de mensen is vergaan en hoe zij uiteindelijk een staat in Palestina stichten; hoe dat land veroverd werd, de tempel verwoest en hoe het met de overlevenden is verlopen. Maar dan zijn we al rond 300 jaar voor Christus.
Het grote wonder is, dat het desalniettemin toch nog een boeiend geheel is gebleven.
Dat was het voor deze keer. In de volgende brief hoop ik dit voorgedeelte af te sluiten.

Veel liefs,
Meindert

maandag 22 april 2013

Brieven aan mijn 'ongelovige'kinderen; Brief 2


Lieve kinderen.

'De bijbel bestaat uit 103 boeken', schreef ik de vorige keer. Dat zal wel even schrikken geweest zijn! Nou, ik kan je gerust stellen: het zijn er veel minder; maar 66. Het Oude Testament 39 en het Nieuwe Testament 27. Ook nog veel, maar er moet doorheen te komen zijn. Overigens, deze 'vergissing' is een heel mooi voorbeeld van hoe er in met name oude boeken en geschriften nogal wat 'fouten' voorkomen. De schrijvers ervan citeerden meestal uit hun hoofd. En in mijn geval deed ik dat ook. Ik wilde aangeven uit hoeveel boeken de bijbel wel niet bestaat en noemde daarvoor onbewust een overdreven, maar feitelijk onjuist, groot getal. Om indruk te maken. Zo staan er in de bijbel ook talloos veel van zulke 'fouten'.

Maar goed. Je hebt de bijbel, dat dikke, complexe boek. Waar te beginnen? De achtergronden, de context, de manier van ontstaan zijn erg belangrijk voor het begrijpen ervan. Laten we daarom maar beginnen met het eerste deel, het Oude Testament. 39 heel verschillende boeken, zoals we al zagen. Hoe is dat ontstaan? Wat willen ze zeggen? Waarover gaan ze en welke verhalen staan er in?

Het is duidelijk dat ze niet uit de lucht zijn komen vallen. Iemand heeft ze ooit opgeschreven. Sommige heel gelovige mensen denken, dat God het allemaal zelf heeft opgeschreven of op zijn minst, dat Hij de schrijvers als het ware bij de hand heeft genomen en ze alles heeft gedicteerd. ‘Goddelijke inspiratie’ noemen ze dat. Voor hen staan er daarom geen onwaarheden in de bijbel. En als er iets onduidelijk is, dan komt dat alleen omdat wij mensen niet goed lezen of luisteren. God heeft immers altijd gelijk! Maar ja, zo ken ik er nog wel een paar.
Ik denk dat het anders zit. Ze zijn opgeschreven, het is mensenwerk. Je moet het zo zien:
Er leefden in het Midden Oosten voor het begin van onze jaartelling heel veel kleine volkjes, stammen, grootfamilies, bedoeïenen, nomaden, boerenfamilies, kleine stadskoninkrijkjes, wat niet allemaal. Sommige eenheden waren heel klein in omvang, andere wat groter, soms heel groot. En sommige groepen vormden zelfs een zelfstandig staatje onder leiding van een generaal of koning. Soms zochten enkele van die groepen elkaar op, om economische redenen of om militaire, politieke. Er ontstaan soms ook grotere samenwerkingsverbanden. Machtsblokken zoals bijvoorbeeld het Rijk van Egypte onder leiding van farao's, het Perzische Rijk, het Grote Griekse rijk onder leiding van iemand als Alexander de Grote, en het Romeinse Rijk dat werd bestuurd vanuit Rome, zijn daarvan voorbeelden.
Ongeveer duizend jaar vóór Christus ontstaat er in het huidige Palestina tussen een twaalftal wat kleinere groepen een groter samenwerkingsverband. De belangrijkste reden daarvoor is vermoedelijk om één blok tegen de omringende landen te kunnen vormen. Samen ben je sterker! Dat verband wordt na enige tijd een verbond. Deze twaalf (en dat getal zal nog een belangrijke rol in de bijbel spelen) groepen of volkseenheden kiezen één koning. Achtereenvolgens zijn dat de koningen Saul, David en Salomo. Er komt na verloop van tijd een vorm van centraal gezag in de stad Jeruzalem, een goed te verdedigen vesting op een berg. En tenslotte niet het minst belangrijk: de koning bepaalt dat er één godsdienst de heersende moet zijn, namelijk het geloof in één God, met als centraal heiligdom de tempel in Jeruzalem. Eén volk, één rijk, één koning. Waar hebben we dat eerder gehoord?
Een van die eerste (dictator-)koningen neemt het initiatief om een hofchroniqueur te benoemen. Die krijgt als opdracht om de geschiedenis van zijn land te beschrijven. En dan begint de geschreven geschiedenis van het volk Israël, dat de bedding voor het verhaal van het Oude Testament is.
Maar daarover ga ik het een volgende keer hebben.

Veel groeten
Meindert

donderdag 11 april 2013

Brieven aan mijn 'ongelovige' kinderen: Brief 1


Lieve kinderen

Herinneren jullie je nog, dat wij enige tijd geleden de Mattheüs Passion in Naarden bezochten? Het was voor ons allemaal een indrukwekkende ervaring. Na afloop hebben we er met elkaar uitvoerig over gepraat. De muziek had ons geraakt. Maar bij de teksten kwamen er allerlei vragen naar boven. Natuurlijk, het was het verhaal van iemand, Jezus,  die veel goeds had gedaan en nu stierf. Maar Bach zei in zijn liederen nog veel meer. Het ging over schuld en zonde, boete en berouw. Wat moesten we daar nu mee? En zo kwam ons gesprek op de Bijbel. Ik vertelde daarover en het bleek nogal nieuw voor jullie. "Bestaat er ook een niet al te moeilijk  boekje waar dat allemaal in staat? Een soort bijbel voor dummies?", vroeg een van jullie. Eerst dacht ik: natuurlijk bestaat dat. Maar bij nader inzien bleken die boekjes vaak toch een verborgen boodschap te bevatten. Meestal zijn ze ook niet om door te komen. Je kunt ook heel veel op internet vinden, maar het bezwaar daarvan is dat het ook héél véél informatie geeft; het probleem van de bomen en het bos. Daarom wil ik jullie in een paar brieven vertellen over de bijbel en het geloof. Een snelcursus bijbel. Misschien is het wel een soort van 'opvoedingsinhaalslag'. Dat is dan maar zo. Mij lijkt het leuk om te doen, ik hoop jullie ook.
Maar goed, anyhow, daar gaan we. En ik doe dan maar of jullie echt helemaal van niets weten.
Met een knipoog noem ik het: Brieven aan mijn ‘ongelovige’ kinderen.

De bijbel. De eerste vuistregel is: ga nooit zomaar de bijbel lezen. Ook zonder kun je gelukkig zijn. En doe het al helemaal niet vanaf het begin tot het eind. In de idee: ik wil wel eens weten wat er in staat. Het zal een teleurstellende ervaring zijn.
De bijbel is een dik en vaak onbegrijpelijk boek en je weet niet wat je aan begint, als je er aan begint.
Dus begin er niet zomaar aan!
Daar komt nog bij dat het een heel oud boek is. Ruim 2000 jaar geleden geschreven in het Midden Oosten. Je kunt dus wel nagaan dat de beelden, voorstellingen,gedachten en achtergronden volstrekt verschillen van die uit onze tijd. Dat kun je wel vergelijken met een boek van de filosoof Plato die ruim 500 jaar voor Christus in Athene leefde. Onbegrijpelijk zonder kennis van die tijd. Of met een boek als de Odyssee van Homerus, dat nog eerder is geschreven. Dante's Goddelijke Komedie uit de 14e eeuw is niet te begrijpen zonder iets van zijn tijd te weten. Het is duidelijk: tussen de inhoud van de bijbel en nu ligt een eeuw of meer verschil.
Er is nog meer. De bijbel is een dik boek. En het is niet één boek, maar een verzameling van 103 boeken in één band. Al die 103 boeken verschillen onderling van elkaar. Sommige zijn poëzie, andere zijn verhalen en weer andere wetboeken of filosofische verhandelingen, soms zijn het theologische brieven.  De verschillen zijn eindeloos. Al die soorten stijlen moet je je van te voren wel realiseren. En dat allemaal geschreven in antieke tijden met andere vragen en problemen dan de onze.
Om het nu nog ingewikkelder te maken. Die 103 verschillende boeken zijn verdeeld in twee grote hoofddelen: het Oude Testament en het Nieuwe Testament. Ook die verschillen weer sterk van elkaar. Het Oude Testament is het grootste, het bevatten 66 boeken en is geschreven vóór het jaar nul, voor Christus dus. Het Nieuwe Testament bestaat uit 27 boeken en is geschreven tussen het jaar 50 en 150/200 ná Christus. Ze horen bij elkaar, maar zijn toch totaal verschillend. Het Oude Testament gaat over het volk Israël, dat leefde in het huidige Palestina. Aan de orde komen o.a. zijn cultuur, geschiedenis, avonturen van diverse mensen, het geloof, waar de voorouders
vandaan kwamen en hoe het dit volk is vergaan. Het Nieuwe Testament gaat over een van de mensen uit dit volk, Jezus. En over wat hij heeft gezegd en gedaan, over zijn leer en hoe het daarmee is gegaan.
Er valt op dit moment nog veel meer te vertellen, maar dit is voorlopig genoeg, denk ik.
O ja, het woord bijbel komt van het Griekse woord biblia en dat betekent ook: boeken. Is dat niet grappig?
Ik wil het eenvoudig houden. Natuurlijk komen er allerlei vragen naar boven. Sms ze maar en dan probeer ik er in de toekomst iets mee te doen of misschien zelfs direct te beantwoorden.

Vooralsnog veel liefs,
Meindert