vrijdag 2 augustus 2013

Droogpreek in de zomer

Droogpreek in de zomer
Lezingen: de geloofsbelijdenis van Paus Franciscus (zie hieronder).
                 Lukas 15, 11 vv (het verhaal van De verloren zoon).

Geloofsbelijdenis van Jorge Bergoglio, later paus Franciscus

Ik wil geloven in God de Vader, die van me houdt als van een zoon, en in Jezus, de Heer, die zijn Geest in mijn leven gewekt heeft om me te laten glimlachen en me zo mee te nemen naar het eeuwige rijk van leven.
Ik geloof in mijn levensverhaal, dat werd gedragen door de liefdevolle blik van God, die op de dag van de lente, 21 september, de ontmoeting met me zocht en me uitnodigde om Hem te volgen.
Ik geloof in mijn verdriet, onvruchtbaar door het egoïsme, waarin ik me verberg.
Ik geloof in de bekrompenheid van mijn ziel, die probeert te verslinden zonder te geven .... zonder te geven.
Ik geloof dat anderen goed zijn en dat ik van hen moet houden zonder angst en zonder hen ooit te verraden, om mezelf veilig te stellen.
Ik geloof in het religieuze leven.
Ik geloof dat ik veel wil beminnen.
Ik geloof in de dagelijkse dood, verschroeiend, waarvoor ik vlucht, maar die me toelacht en me uitnodigt haar te aanvaarden.
Ik geloof in het geduld van God, gul, goed als een zomernacht.
Ik geloof dat papa in de hemel is bij de Heer.
Ik geloof dat pater Duarte daar ook is en bemiddelt voor mijn priesterschap.
Ik geloof in Maria, mijn moeder, die van me houdt en me nooit alleen laat.
Ik verwacht de verrassing van iedere dag, waarin zich de liefde toont, de kracht, het verraad, de zonde, die mij vergezellen tot de uiteindelijke ontmoeting met dat prachtige gezicht waarvan ik niet weet hoe het is, dat me voortdurend ontsnapt, maar dat ik wil leren kennen en beminnen.
Amen.

(Pater Duarte was de priester bij wie Bergoglio op 21 september ging biechten)

Bron:   Paus Franciscus. Leven en denken van Jorge Bergoglio. door Francesca Ambrogetti en            Sergio Rubin. Uitg. Adveniat/Halewijn. 2013.

 Preek

Wat wil je? Weet je wat je wilt? Wil je het eigenlijk wel en wat verwacht je ervan? Verlang je ernaar? Wat wil je eigenlijk? Ja, wat zou je willen?
Als twee mensen met elkaar een verbond, aangaan, trouwen, klinkt altijd: "Ja, ik wil." En diegene bedoelt dan zoiets als: met hart en ziel ga ik ervoor, ik kan niet wachten. Ik zet mij volledig in voor dat wat komen zal. Ik wil er iets van maken. Zonder de inzet van de wil zal het niet lukken.

Wij hebben zopas de geloofsbelijdenis van paus Franciscus gelezen. Het is een heel ander soort geloofsbelijdenis dan je van een paus zou verwachten. Ze begint niet met: Ik geloof in God de Vader, schepper van hemel en aarde, en in Jezus Christus de zoon, etcetera. Dat zijn statements, vastliggende, dogmatische stellingen. Maar zijn eerste woorden luiden: Ik wil geloven. En dat is bijzonder. Niet: ik geloof. Maar: ik wil geloven. Hij spreekt daarmee een voornemen uit, iets wat het gevolg is van een wilsbeslissing. Ja, dit wil ik, hier ga ik mee op weg.

Wat is geloof, wat is geloven? Je moet iets ervaren, zeggen mensen wel. Of, je moet het besef hebben dat er iets is, iets dat voorbij ons denken gaat, iets van een mysterie, iets dat niet te vatten of te vangen valt. Een gevoel van afhankelijkheid. Zoiets.
Maar hier in deze geloofsbelijdenis staat: geloven is een bewuste daad. Ik wíl dit. Hoe het ook zij, hoe het ook gaat. En dit neem ik in volle bewustzijn en verantwoordelijkheid op mij. Niks ervaring, niks mysterie.
Geloven is dus een bewegen naar voren, naar de toekomst, het onbekende land in.

Dat is al heel wat, maar Franciscus is nog niet klaar. Hij gaat verder met: "Ik wil geloven in God de Vader, (en niet: de schepper van hemel en aarde, maar:) die van me houdt als van een zoon, en in Jezus, de Heer.
Niet: die gelooft in de zoon Jezus, het Vader-Zoon dogma. Maar: God die van mij houdt als van een zoon. Dan gaat het om relatie, beweging.
Hoe houdt een vader van zijn zoon?
Ik moet dan direct denken aan het verhaal van de verloren zoon. Als de zoon vertrokken is, gaat zijn vader letterlijk van positie veranderen. Iedere avond staat hij op de uitkijk. "Zie je al wat?" vragen mensen hem. "Zie ik hem al komen. Komt hij weer terug?" vraagt hij aan zichzelf. Er is in hem geen enkel spoor te ontwaren van verwijt, van verdriet, van wrok, of wat dan ook. Hij houdt van zijn kind en vol geduld wacht hij. Zijn zoon is welkom, hoe dan ook. Om niet. Het enige dat zijn zoon hoeft te doen, is omkeren. Het welkom is al gegeven. Het zal blijven staan, ook al wordt het misschien niet ontvangen.
De vader wil geloven dat zijn zoon weerkeert. Dat 'willen' houdt hem op de been. En zo op die manier wil ik geloven in God, als de bron van het leven, die mij verwacht.
Ook al zijn er vragen en twijfels. Ik wil mij bewegen naar wat komen zal.

Geloven is een wilsact!
Maar iemand die alles op zijn wil doet, zal uiteindelijk toch zijn gevoel en verstand tegenkomen. Ze hebben te weinig aandacht gekregen en zijn tekort gekomen. Daarbij komt dat het ook nog niet zo helder is of de richting waarheen mijn geloven zich ontwikkelt, wel de juiste is. Alleen willen geloven is te weinig, er is meer nodig. Maar wat dan?
In elk geval is er nodig dat je wéét waarom je deze weg wilt gaan. Kennis en oordeelsvermogen, onderscheidingsvermogen helpen daarbij. En het is al een hele klus om daaraan te werken. Een zekere vorm van intuïtie ook. Humor en relativeringsvermogen. Inzicht in jezelf is ook niet onbelangrijk. Dat alles maakt, dat je mag en kan zeggen: ik wil geloven in een God die van mij houdt als van zijn zoon. Dn mag je weten dat je op de juiste manier bezig bent. Althans, dat je steeds weer een eerste stap op de ladder durft te zetten.

In het Thomasevangelie staat in logion 50 onder andere: 'Als de mensen vragen wie je bent, zegt dan tegen hen: Wij zijn kinderen van de levende Vader.' Ten diepste is elk mens een godenzoon en godskind. Maar wat betekent dat, wat hebben wij daar nu aan?

Het betekent in elk geval, dat de mens zijn oorsprong vindt in de eeuwige Bron van al wat is. Franciscus verbindt het klassieke dogma dat Jezus als zoon van God wordt beschouwd, met het besef dat hij zelf ook een kind van God is. In elk mens woont de geest van Jezus. Ik zou nu zeggen: in elk mens woont de Christusgeest, de kracht van omhoog. Zij maakt dat ik kan leven, kan glimlachen, - als de Boeddha, als de glimlachende Jezus aan het kruis in de kerk van Ignatius de Loyola in Noord Spanje. (nota bene de stichter van de Jezuïetenorde!) Met deze Jezusgeest wil ik mij verbinden, niet als de lijdende, maar als degene die zich verheugt over het leven en die vol mededogen kijkt naar deze aarde. In alles mag ik al het ‘eeuwige rijk van leven’ zien. En dat is wat anders dan het ‘rijk van het eeuwige leven’. Dat rijk is ergens na dit leven op aarde, misschien. Maar het ‘eeuwige rijk van leven’ is net andersom: de eeuwigheid is hier en nu. De Eeuwige is hier en nu. Wie kijkt, ziet God, hoort God en wacht hem/haar/het geduldig af. Niet in de zin van: het komt wel. Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw. Maar in de zin van: Ik wil dat het gebeurt en ik zal er alles voor doen dát het gebeurt.

Ik wil geloven in God de Vader, die van me houdt als van een zoon, en in Jezus, de Heer, die zijn Geest in mijn leven gewekt heeft om me te laten glimlachen en me zo mee te nemen naar het eeuwige rijk van leven.
Dat avontuur durf ik aan.

Pastor Gerard Oostvogel sprak enige weken geleden in zijn preek over 'atmosferisch bidden'. Hij bedoelde daarmee: je openstellen voor wat gebeurt, opademen, drinken, meezwemmen, luisteren, stil zijn, opstaan en gààn.  Dat is het avontuur van het leven.
Van Schagen dicht:     luister - hóór je het?
                                                hoe het overal luistert
                                                of het komen zal?
                                                en
                                                er is een roepen
                                                er is een weten - het komt
                                                het komt van heel ver.

Amen.


Noten:

Logion 50 in het Thomasevangelie luidt als volgt:
Jezus zei:
Als zij tegen u zeggen: Waar komt u vandaan?
zeg dan tegen hen: Wij zijn gekomen uit het Licht, waar het Licht uit zichzelf is ontstaan.
Het bestond en openbaarde zich door hun beeld.
Wanneer zij tegen u zeggen: Wie bent u?
zeg dan: Wij zijn Zijn zonen en wij zijn uitverkorenen van de Levende Vader.
Wanneer zij tegen u zeggen: Wat is in u het teken van de Vader?
zeg tegen hen: Het is beweging en rust.

 Gerard Oostvogel is emeritus  pastoor van de Onze Lieve Vrouwe Parochie in Bilthoven.